De akte is opgesteld door A. van Suchtelen en P. Backer, schepenen te Batavia en gedateerd 21 maart 1759. Het stuk moet deel hebben uitgemaakt van een bundel, daar op het eerste blad r. rechtsboven "Pag. 191" vermeld staat. Op hetzelfde blad linksboven staat een VOC-stempel. Op de versozijde van hetzelfde blad zijn twee verschillende lakzegels te zien.
Het stuk betreft de vrijlating van de slavin Fanjong van Nias door Jan Arend Meijer, opperkoopman en secretaris van de 'weesmeesteren' van Batavia. Dit doet hij uit hoofde van zijn functie als beheerder van de boedel van Thijmen Pieter van Herzeelen, tijdens zijn leven commandeur van de westkust van Sumatra.
Zie voor titelbeschrijving van het gehele manuscript: B III 006 1-39.