Het manuscript omvat 4 beschreven pagina's. Het moet een fragment uit een langere tekst zijn, gezien het abrupte begin en eind. Op de eerste twee pagina's wordt ingegaan op de bevaarbaarheid van de Maas ten westen van Dordrecht. Op de tweede bladzijde onderaan staat de naam I. Koolbeek vermeld. Het stuk kan echter ook een kopie van zijn tekst zijn. Op pagina 3 worden vragen gesteld die met 3 en 4 genummerd zijn. Vraag 3 betreft de bevaarbaarheid van de Maas van Rozenburg af tot Rotterdam en Krimpen. Vraag 4 gaat over de toestand van de Maas tussen Dordrecht en Den Briel. Hierna volgen antwoorden op de vragen. Het manuscript vertoont overeenkomst met J 204 I 10. Dit is een brief waarin binnenloodsen antwoord geven op vragen van de Marine betreffende de bevaarbaarheid van de binnenwateren.
Zie voor de beschrijving van het gehele manuscript; J 204 I 1-22.