Het manusccript omvat 2 beschreven bladzijden en is gedateerd 11 april 1783. De brief is gericht de Admiraliteit van Amsterdam, ter attentie van W. May junior. Het stuk bevat een zwart lakzegel.
In de brief wordt May bedankt voor zijn aandeel in de vrijlating van Melvill als krijgsgevangene. Verder kondigt Melvill aan, ook de heer Van der Hoop zijn dank te betuigen zodra de gelegenheid zich voordoet. Het zou hier Joan Cornelis van der Hoop kunnen betreffen. hij werd op 10 oktober 1782 aangesteld als mede-lid en raad van assistentie van de stadhouder-admiraal-generaal voor de zaken der Marine.
Zie voor een levensbeschrijving van Melvill: G. Engelberts Gerrits "Gedenkstuk van Neêrlands heldendaden ter zee" (sign. B I 232) deel II, p. 397-400.
Zie voor de beschrijving van het gehele manuscript: J 204 I 1-22.