Van de 16 bladen die dit stuk telt zijn er 12 beschreven. Per bladzij zijn de paarden en koeien van één boerderij geïnventariseerd. Hun leeftijden en (soms) namen zijn vermeld.
De inventaris is gemaakt tussen 1 februari (zie fol. 9v.) en 20 augustus (zie fol. 10r.) 1651.
De tekst van dit stuk is in het Engels vertaald en opgenomen in 'Van Rensselaer Bowier manuscripts', een uitgave van New York State Library, p. 732-740. Sign.: Mi 85-300 a, b.
Meer over Van Rensselaer en Rensselaerswijck in 'Handschriften' en 'Brievenboek', resp. Cat. B III 828 en Cat. B III 819. Afkomstig uit de collectie der Rensselaer Bowier manuscripten.