Messing tabaksdoos met een parelmoeren deksel en bodem. Het deksel is gedecoreerd met een gesneden voorstelling van een proostende man en vrouw, een driemaster en een door vier paarden voortgetrokken koetsje met daarin een kind. Onder de voorstelling is een vierregelig versje gegraveerd: 'Door mijn swieren en plysieren / Moest ik vaaren door de baaren / Naar Batavia sonder schroomen / En ben over China weer tuys gecoomen'.
Inscription
inscriptie, boven op deksel, gegraveerd: Door mijn swieren en plysieren Moest ik vaaren door de baaren Naar Batavia sonder schroomen En ben over China weer tuys gecoomen A. 1753